70 «waren of andere goederen te laten staan, tenzij met «vergunning van den burgemeester; b. «in gangen, toegang gevende tot sloppen, zoogenaamde «hofjes of dergelijke verzamelingen van woningen eenig «voorwerp te plaatsen, te laten staan, op te hangen of «opgehangen te houden; c. «tusschen zonsondergang en zonsopgang in niet afgesloten «gangen, panden of erven ladders, palen of staken te «plaatsen, te laten staan, op te hangen of opgehangen te «houden". Bedoeld voorstel werd mede in uwe zitting van 2 November 1895 aangenomen. 2 Maart 1895. hfffinSx"W De bestaande verordening, op het stuk ter zijde bedoeld, was sluit"van van ouden datum, namelijk van 0 Mei 1856. Volgens deze staangeld werd aan staangeld voor tenten of kramen geheven 10 cent voor het ge- n bruik vange-per centiare, en voor uitstallingen, zooals tafeltjes, 5 cent per meentegrond centiareNa een ingesteld onderzoek, bleek ons, dat algemeen bij kermissen D en jaarmark- het staangeld elders hooger was, en wel o. a.: ten- in Vlissingen van 20 tot 40 cent per centiare. Bergenopzoom20 cent Gorinchem50 cent Schiedam van 20 tot 30 cent 's-Hertogenbosch 20 35 cent Tilburg 20 50 cent Daarbij scheen het niet meer dan billijk toe, dat vertooners en kramers, die gedurende acht a veertien dagen (opslaan en afbreken medegerekend), tot hun groot voordeel, de beste gedeelten van den openbaren gemeentegrond in hun hijzonder gebruik verkrijgen, ten minste de kosten dragen, die daaruit voor de gemeente voortspruiten. Een en ander leidde er toe, U in uwe zitting van 2 Maart

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 93