82
sommige ambtenaren om te wonen in een huis, dat
de gemeente bouwt op hare wijze en achtte liet niet
billijk de lasten daarvan te doen drukken op den
ambtenaar. Het beginsel van gelijk recht ontwikkelde
voorts spreker, die, ten slotte, in elk geval het maken
eener uitzondering noodzakelijk achtte voor den
gemeente-apotheker.
Nadat alsnog de heeren Scheltus en de voor
zitter het woord gevoerd hadden, werd het voorstel,
bij stemming, verworpen.
Verder werd besloten, dat door burgemeester en
wethouders een nader voorstel zou worden ingediend,
daartoe strekkende, om de ambtenaren, die thans
vrijstelling van belasting genieten, in dat genot te
doen blijven totdat hunne betrekking vaceert, en
enkel eene uitzondering daarbij te maken ten aanzien
der stads-apotheek.
Bedoeld voorstel hadden wij de eer U aan te bieden
in uwe zitting van 9 Mei 1896 en was geformuleerd
in het volgend ontwerp-besluit
»De raad der gemeente Breda
«overwegende, enz.
«besluit:
a. «onder het genot van vrije woning, toegekend
«aan eenige gemeente-ambtenaren, wordt enkel
«verstaan het niet betalen aan de gemeente van
Dhuur voor de bewoning van het pand.
«Alle belastingenwelke aan de bewoning
«van hot pand verbonden zijn of zullen worden,
«komen ten laste van den ambtenaar, uitge-
«zonderd de grondbelasting.
«De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek
«omtrent huurders zijn van toepassing op de
«bewoners der panden.
«Aan den gemeente-apotheker wordt 50 ten