83 «honderd vergoed van de rijks-personeele be- lasting voor zoover de eerste drie grondslagen «betreft, te weten: huurwaarde, deuren en «vensters, en haardsteden, zoowel van de hoofd- «som als van de opcenten. 1). «De hieronder vermelde in dienst zijnde ge- «meente-ambtenaren, die thans zijn vrijgesteld van de betaling der rijks-personeele belasting «van de door hen bewoonde panden zoover de «eerste drie grondslagen betreft, blijven in het «genot dier vrijstelling gehandhaafd: «1°. P. W. Paijens, directeur der gasfabriek «en hoogdrukwaterleiding. «2°. j. G. Sjjpesteijn gemeente-apotheker. «3°. J. Klaaijsen, meesterknecht aan de mest- vaalt. «4°. K. AWaskowsry, machinist waterleiding. «5°. J. Grootens, stoker idem. «0°. J. Murders, bewaarder watertoren. c. «De bedrijfsbelasting is ten laste van de ge- meen te-ambtenarenzonder uitzondering." Vorenstaand ontwerp-besluit deden wij vergezeld gaan van een schrijven, waarbij uwe aandacht ge vestigd werd op twee bijzondere gevallenhet eene met betrekking tot den opzichter der beplantingen en het andere met betrekking tot den directeur der gemeente-reiniging. De belangstelling, welke het onderwerp U inboe zemde, bleek uit uwe vernieuwde beraadslagingen, welke wij gaarne ook nog te dezer plaatse zouden volgen, ware het niet, dat wij daardoor de grens der beschikbare plaatsruimte zouden overschrijden. Wij moeten ons derhalve bepalen tot de vermelding der ten deze door U genomen besluiten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 101