84 Het punt ten aanzien van den opzichter der be plantingen werd verworpen. Dat omtrent den directeur der gemeente-reiniging onderging een zelfde lot. Letter a van het ontwerp-besluit werd aangenomen. Letter b Letter c Niet mag onvermeld blijven, dat de twee bijzondere gevallen, waarvan hiervoor gesproken wordt, en welke door ons waren toegelicht, ernstig werden overwogen en het de éénige wensch was, om niet verder langs den weg van het verleenen van vrijdom tot verhooging van wedde te geraken. Nog liever, zooals de heer Reigersman verklaarde, zou een voorstel tot traktementsverhooging worden te gemoet gezien dan voort te gaan op een weg, die niet geacht werd de ware te zijn. Die traktementsverhooging bleef niet uit. Zij had plaats bij het behandelen der gemeente-begrooting, dienst 1897. De jaarwedde van den opzichter der beplantingen werd verhoogd met f 50,terwijl den directeur der gemeente-reiniging werd toegekend eene personeele toelage van f 50,per jaar, deze laatste in te gaan bij het betrekken der voor hem bestemde 11 April 1890. le^gen^op- uwe zitting van 11 April 1896 kwam een adres breken van ter tafel van het bestuur der Zuid-Nederlandsche enz'HyarTd'e stoomtramwegmaatschappij, gevestigd te Breda, be- Znid-Neder- trekkelijkhet verleggen en opbreken van tramlij nen, enz. atoomtram- daarop door U te nemen beslissing was door weg-maat- ons voorbereidzoodat U tegelijkertijd met het adres hamaken Ontvino eene ontwerp- beschik kingwelke wij alhier eener los- en laten volgen en die tevens de zaak zelve doet kennen, laadplaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 102