87 dat op den Ilaagweg drie boomen zoo dicht bij de tramlijn stondendat zij gevaar opleverden voor het publiek en het personeelwaarom verzocht werd die boomen tegen billijke vergoeding te mogen rooien. Besloten werd dit adres in onze handen te stellen om prse-advies. Bedoeld prse-advies hadden wij de eer IJ aan te bieden in uwe zitting van 8 Augustus 1896 en strekte, onder aanvoering van motieven, daarop afwijzend te beschikken. Met deze conclusie kon uwe vergadering zich niet vereenigen. Door verschillende sprekers, te weten de heeren Sassen, Van Dal en Heijlaerts, werd gewezen op en vastgehouden aan het bestaande gevaar voor ongelukken, terwijl de heeren Van Dam, Rombouts en de voorzitter, welke laatste ver klaarde dat burgemeester en wethouders persoonlijk zich van den toestand overtuigd hadden, hunne tegen-beschouwingen deden gelden. Het gevaar be stond alleen, werd o. a. beweerd, wanneer de controle onoordeelkundig geschiedde. Na eene geanimeerde beraadslaging werd ten slotte besloten, het verzoek der maatschappij in te willigen. Toen stelde de voorzitter aan de orde het be palen van de koopsom der betrokken boomen. Voorgesteld werd 60,--doch dit voorstel werd verworpen. Na eenige beraadslaging werd voorgesteld f 50, doch dit voorstel onderging eenzelfde lot. Toen werd voorgesteld ƒ40,-en dit voorstel werd met 10 tegen 7 stemmen aangenomen. 11 April 1896. XXi. Uitbrei- Nadat in uwe zitting van den 7. December 1895 klassige"tiis-besloten was, dat de tusschenschool aan de Bosch-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 105