92 vangen met den bouw van eene zesklassige (l) bij- »zondere school voor kosteloos onderwijs aan dezelfde Leuvenaarstraat. »En nu is het o i. noodzakelijk op deze teekenen »te letten -en eene afwachtende houding aan te nemen. »opdat niet vanwege de gemeente eene school bijge- »bouwd worde, welke wel eens al heel spoedig zou «kunnen blijken geheel overbodig te zijn. In waar- »heid, daar ligt het zwaartepunt onzer weifeling. «Het volksonderwijs gaat ons zeer ter harte. En »dat dit niet een ijdel woord is, kan blijken uit hetgeen »in onze gemeente, die nog geen 25000 zielen telt, »aan het openbaar onderwijs wordt ten koste gelegd. »De begrooting voor den loopenden dienst wijst voor »dat onderwijs eene som aan van niet minder dan «eene tonne gouds, al staan daar eenige ontvangsten «tegenover. (2) «Mocht het blijken, dat niet beantwoord wordt «aan de verwachting, welke wij koesteren van de oprich- «ting van twee nieuwe bijzondere scholen, dan eerst «achten wij het oogenblik gekomen te doen, wat de «heer districts-schoolopziener reeds nu van ons ver- «langt." Ons prse-advies, zooals het in zijn geheel luidde, werd door U goedgekeurd en besloten werd in dien zin aan den minister en gedeputeerde staten te ant woorden. De gedeputeerde staten kwamen echter op de zaak terug In uwe vergadering van den 24. October'1896 kwam ter tafel hun schrijven, van den 13. te voren, waarin zij als hunne overtuiging te kennen gaven dat voor de onvermogenden de gelegenheid om lager (1) Moet ztln eene ^raa^klassig-e school, zooals verderop blijken zal. (2) Het kapitaal, besteed aan ''en bouw der a erschillende inrichtingen van openbaar onderwijs, is buiten rekening gelaten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 110