93 onderwijs te ontvangen, te beperkt was, terwijl voorts inlichtingen gevraagd werden met betrekking tot den bouw van bijzondere scholen voor kosteloos onderwijs. Besloten werdook dit schrijven aan burgemeester en wethouders te verzenden om inlichtingen. Het gevoelen van de gedeputeerde staten konden wij niet deelen, allerminst bij het licht van nog meer positieve gegevens dan vroeger. Onze geheel objec tieve beschouwing der zaak legden wij omstandig bloot in een aan U gericht schrijven, dat ter tafel kwam in uwe zitting van den 28. November 1896 en waarmede U zich zonder bedenking vereenigde. Wij ontleenen daaraan het volgende, ter volkomen kenschetsing van den toestand «Voorop stellen wij dat reeds in ons prse-advies «van den 3. Augustus 1896, n°. 737, onze goede «gezindheid is uitgedrukt, om het getal openbare «scholen voor kosteloos lager onderwijs met ééne te «vermeerderenwanneer dit noodig zou blijkenen «wij ontvouwden tevens de reden, waarom het aan- «nemen eener afwachtende houding door de omstan- «digheden geboden werd. «Die reden wenschen wij nader in het licht te «stellen, waardoor wij tevens zullen beantwoorden «de bepaalde vragen door de gedeputeerde staten «gesteld. «De scholen der St. Vineentius-vereeniging hebben «zich binnenkort uitgebreid tot drie: eene aan de «Kerkstraat (kosteloos 1. o.), eene aan de Karrestraat «(voor minvermogenden) en eene aan de Leuvenaar- «straat (kosteloos 1. o.). «Van de school aan de Kerkstraat is op 1 Sep- «tember ééne klasse, die op 1 Augustus te voren was «geopend, verplaatst naar de school aan de Leuve- «naarstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 111