110 »En dat is o. i. een onafwijsbare eisch. »Wij behoeven U niet te schetsen den toestand, «gelijk die thans bestaat; een toestand, die met «grond als geheel onvoldoende en verouderd mag «aangemerkt worden. «Wij hebben mitsdien de eer U in overweging te «geven te besluiten, dat de politie zal overgebracht «worden in bovenbedoeld perceel D 120. «Met het oog op den termijn van opzegging der «huur, wordt dit ons voorstel thans aangeboden en «wordt alzoo niet daarmede gewacht tot bij het be- «handelen der gemeente-begrooting, dienst 1897. «De voorgestelde overplaatsing der politie zal, buiten «het gemis der huursomgeene belangrijke uitgaven «na zich sleepen. Nieuwe meubelen zullen noodig «zijn. «Met die overplaatsing zullen tevens andere ver- «beteringen gepaard gaan. «Het ligt namelijk in ons voornemen ook het oud sarchief over te brengen naar het meergenoemd «perceel, en dan ter plaatse, alwaar nu het oud sarchief zich bevindt, het nieuw-archief te vestigen, «waardoor dit zal komen in de onmiddellijke nabij- «heid der secretarie, wat hoogst gewenscht is. «De localiteit boven de militiezaal komt alzoo vrij «en die localiteit moet ten dienste komen van den «concierge, die eene al te zeer bekrompen woning «heeft, waarin voorziening dringend noodig is. «Yerder is de noodzakelijkheid gebleken, dat den «keurmeester van vee en vleesch eenige localiteit in Looaliteit »mr. J. W. J. van Mierlo voor de som van/"500, voor keur meester van jaar. veeenvleesch. »Door het in eigen gebruik nemen van dat per- Plan voor re- ))ceei zai de gelegenheid geboden wordenhet po- orgamsatie f der politie, «htiepersoneel in beter locahteiten over te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 128