ill
«gebruik worde gegeven, en daartoe kunnen, zoover
«noodig, dienstbaar gesteld worden de loealiteiten
«thans bij de politie in gebruik.
«Alle deze veranderingen en verbeteringen kunnen
«zonder groote offers worden tot stand gebracht,
«zoodat wij mogen vertrouwen, dat ons bovengenoemd
«voorstel uwe goedkeuring zal wegdragen."
Zonder bedenking werd door U overeenkomstig dit
voorstel besloten.
Bij de behandeling der gemeente-begrooting voor
den dienst van 1897 (11 November) maakte de politie
opnieuw een onderwerp van bespreking uit.
Door burgemeester en wethouders n.l. was in die
begrooting voorgedragen
c.
De
f 1000,—
- 600,—
- 120,—
- 250.—
over deze voordracht in de afdeelingen geuite
meeningen werden in het centraal rapport breed
voerig blootgelegd doch algemeen werd eerst een
plan van reorganisatie der politie verlangd, alvorens
eene beslissing te nemen.
In de memorie van antwoord van burgemeester en
wethouders werd medegedeeld, dat door den burge
meester aan dat verlangen zou worden tegemoet
gekomen, in verband waarmede de meerder geraamde
uitgaven naar den post van onvoorziene uitgaven,
hoofdstuk VIIIartikel 2werden overgebracht.
De zaak maakte in 1896 niet verder een punt van
behandeling uit.
1 September 1896.
Sinds het Van Coothplein zoowel ter plaatse als in
verfraaiingen de omgeving daarvan den aanblik bood van sierlijke
a. voor een tweeden inspecteur
b. voor een schrijver
voor kleeding der inspecteurs,
voor aankoop van een rijwiel.
d.
XXX. Bevor
dering van de