144
oi' de te sloopen perceelen, geen bedrijf van herber
gier, koffiehuis-, bierhuis-, logemen houder of der
gelijke mocht worden uitgeoefend.
1 September 1896.
XXXI. Ver- Reeds geruimen tijd was het oog erop gevestigd,
<le rooilijn aan °m bij de eerste geschikte gelegenheid de beste te
de Veemarkt beproeven den uitspringenden hoek ter plaatse i. m.
naar of van de bedoeld te doen verdwijnen. Behalve het onooglijke
Hoschstraat eener zeer onregelmatige rooilijn, vernauwde die
(D 190)
hoek vrij beduidend de ruimte juist in het smalste
gedeeltedat is in de kromming van de straatdie,
in den hoofdweg gelegen, een zeer druk verkeer
heeft en waar ook de tram passeert.
Het hebben, zooveel mogelijk, van een ruimer door
zicht in den bocht was, uit een oogpunt van veiligheid,
noodzakelijk.
De voorbedoelde hoek maakte deel uit van het
perceel D, n°. 190.
Dat perceel kwam in openbare veiling en werd
gekocht door den belendenden eigenaar, met wien9
onder uwe goedkeuring, onderhandelingen plaats
hadden, die tot het resultaat leidden, dat de gemeente
voor de som van f 990,45 eigenaresse kon worden
van den gronddien zij tot voorbedoeld einde noodig
had.
Ten einde vervolgens den koop tot stand te brengen,
werd U in uwe zitting van 1 September 1896 een
ontwerp-besluit met memorie van toelichting aange
boden, welk besluit uwerzijds niet de minste bedenking
ontmoette.
Na de goedkeuring van gedeputeerde staten ver
kregen te hebben, had den 1. October 1896, bij