117
den vorigen cursus, zou vermeerderen met 71 leer
lingen; dat reeds in het vorig jaar de leei krachten
onvoldoende waren, weshalve uitbreiding van per
soneel noodzakelijk was, waarom werd voorgesteld
drie adsistenten te benoemen, ieder op een honorarium
van f 50,per cursus.
De voorzitter lichtte de zaak verder toe en
voegde daarbijdat, wanneer het getal leerlingen in
gelijke mate als thans zou blijven toenemen, de
tegenwoordige onder wijs-lokalen weldra niet meer
voldoende plaatsruimte zouden bevatten.
Uwe vergadering, de billijkheid van het voorstel
erkennende, vereenigde zich daarmee zonder eenige
bedenking.
3 October 1896.
XXXIV. Bij een schrijven van de commissie voor het ont-
^i'unueiie'wcrl)en f'er strafverordeningen, werd U voorgesteld:
po]]f,":vt r- p) omnaar aanleiding der arresten van den
°r ,nUlg' H. R. van den 17. Februari 1896 (W. v. h.
R. n°. 6769) en 29 Juni 1896 (W. v. h. R.
n°. 6838) art. 200 der algemeene politieveror
dening voor deze gemeente te lezen als volgt:
y>De burgemeester is bevoegd om van het in
nde eerste zinsnede van artikel 'J98 gegeven
voorschrift omtrent de opening en sluiting
y>ontheffing te verleenen
2°. omnaar aanleiding van het arrest van den
H. R. van den 15. Juni 1896 (W. v. h. R,
n6836), in de artikelen 8 letter b11, 13,
20, 22, 45, 62, 97, 99. 117, 160, 170, 171,
178, 179 tweede lid, 186, 187, 217, 219 en
222 de woorden y>den burgemeesterte doen
vervangen door de woorden burgemeester en