130 d. »ilat, indien bovenstaande bepalingen niet of »niet voldoende worden nageleefdde ver sgunning vervalt en de concessionaris verplicht »is, de gemaakte opening te zijnen koste weder «dicht te metselen." Behalve dat de heer Teychiné aan deze vergunning eene geringe recognitie wenschte verbonden te zien, waarop echter spreker, na het gevoelen dienaangaande van den heer mr. Bloemarts vernomen te hebben, niet verder inging, en de heer Heijlaerts eene inlichting wenschte, die door den voorzitter ver strekt werd, was het bijzonderlijk de heer Lijdsman, die de aanvrage zelve toetste aan de verordening, in verband met den feitelijken toestand ter plaatse, en in overweging gaf het verzoek, overeenkomstig de aanvrage, in te willigen. Voorgelicht door den voorzitter, werd echter door U besloten, de gevraagde vergunning, onder de bovenvermelde voorwaardente verleenen. Adressant kwam op dit besluit terug, doch aan gezien inmiddels het jaar 1897 was ingetreden, behoort het vervolg der zaak eerst beschreven te worden in ons volgend verslag. 19 December 1896. XLVIII. Aan- Door ons werd U voorgesteld in verband met vrage om ont- heffing van de eene circulaire van den heer commissaris der koningin -rlichting jn deze provincie het volgend adres aan Hare geven van Majesteit de Koningin-Regentes te zenden: onderwjjs in I)e raad der gemeente Breda veroorlooft zich de oefeningen «vrijheid Uwe Majesteit eerbiedig ontheffing te ver der gymna- »zoeken van de verplichting tot het doen geven stiek aan de .7 openbare «krachtens de bepaling van art. 6 der wet van 8 scholen in »December 1889, zooals die gewijzigd is bij de wet meente. «van 30 December 1892 (Staatsblad n°. 292) van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 148