132 diensten door staten van Noord-Brabantvolgens hun bericht van dergemèente-den 10. Maart 1892, G, n°. 117, 4de afdeeling, is het reiniging be-verboden secreet- of privaatputten anders te ledigen wezen dan met pneumatische werktuigen en de opgehaalde stoffen anders dan in luchtdicht gesloten vaten te vervoeren. In verband daarmede was te voren door den raad in zijne vergadering van 18 Januari 1892 vastgesteld de verordening tot heffing van vergoedingen voor diensten door den dienst der gemeente-reiniging be wezen, welke verordening bij koninklijk besluit van 3 Maart 1892, n°. 44, werd goedgekeurd tot 31 December 4836. Ten einde na dien tijd met deze heffing te kunnen voortgaan, was het noodig de daartoe betrekkelijke verordening opnieuw vast te stellenwaartoe wij de eer hadden U in uwe zitting van 19 December 1896 een ontwerp met memorie van toelichting over te leggen, welk ontwerp, na eene toelichting door den voorzitter, zonder bedenking door U werd goed gekeurd. 19 December 1896. L. Adhsesie- jn uwe zitting van 19 December 1896 werd gelezen pen"dres van een schrijven van burgemeester en wethouders van ^TkT'k'het Arnhem, waarbij werd aangeboden een afdruk van wetsontwerp een door dat college, krachtens opdracht van den tot wijziging raa(j <jier o-emeenteaan de Tweede Kamer der S. G. der ge- meentewet. gericht adres, strekkende om niet aan te nemen het (Kiesdis- aanhangige wetsontwerp tot wij ziging der gemeentewet, voor zoover daarbij in art. 2 wordt voorgesteld om de overige gemeenten boven de 15 000 zielen (zijnde al die gemeenten, met uitzondering van Amsterdam Rotterdam, 's-Gravenhage en Utrecht) voor de ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 150