135 reeds heb ik het nasporen vergemakkelijkt, door hen duidelijk geschreven kopieën aan te biedenen naar veel zoekt men niet meer met moeite of te vergeefs, wijl veel in een blafferd zoo staat opgeteekend, dat het in de verschillende registers en akten aanstonds te vinden is. Gelijk UKdelachtbaren bekend is, begon ik voor een paar jaar het archief-veldvruchtbaar doch onbebouwd, langzamer hand te ontginnen. Mijn doel, daarmede beoogd, heb ik in dertijd bekend gemaaktwat in 't archief als in een graf ver borgen ligtzoo veel mogelijk voor den dag te brengenom aldoende ook bij anderen lust en belangstelling voor Breda's oude geschiedenis op te wekken of levendig te houden en te vens om voor 't archief een geschiedkundig overzicht te ver krijgen, voor een ieder geregeld en gemakkelijk te raadplegen. Van deze opstellen, door mij met den naam van Bredaniana gedooptheb ik reeds een band in folio gereed. Daarin komen beschrijvingen voor van »het liggende hert", van »Vreughden- dal", van «Maskarade en mommerij", van »de Bibliotheek", van »de Vleescbhal" en van »de groote Markt". De geschiedenis der Latijnsche school is thans in bewerking; en zoo zal het een na het ander volgenwijl het archief stof mij biedt in overvloed. Verder heb ik voor eenigen genealogische nasporingen ge daan en mocht het mij gelukken hun wensch te bevredigen; anderen kon ik weer op andere wijze behulpzaam zijn. Jammer echter is het, dat ik mij somtijds genoodzaakt zie Bredasche burgers naar 's-Bosch te verwijzen wijl daar in het archief is geplaatst, wat in ons archief thuis hoort o. a. »de brieven van eigendom, overgang en de vestbrieven." Het ware daarom wenschelijk, ik herhaal het, dat er eene poging gedaan werd bij den minister van binnenlandsche zaken, dat hij ten onzën opzichte mocht toepassen het 2de artikel van het koninklijk be sluit van 8 Maart '1879. Immers genoemde stukken kunnen te 's-Bosch toch niet behoorlijk worden geraadpleegd, omdat het eenige middel om daarin te zoeken, de cohieren der ver ponding, daar ontbreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 153