VERSLAG van de commissie van beheer van het gemeente-ziekenhuis te Breda over het jaar 1896. 2i2 Aan de WelEd.Achtb.heeren burgemeester en wethouders der gemeente Breda. De commissie van beheer over het stedelijk ziekenhuis te Breda heeft de eer UEd.Aclitb. aan te bieden het verslag betref fende den toestand van het gesticht gedurende het dienstjaar 1896. Evenals in voorgaande jaren werden in overeenkomst met art. 1 der verordening ook nu weder in het ziekenhuis opge nomen die armlastige en ook bij uitzondering niet armlastige zieken, welke om bijzondere redenen niet in andere ziekenin- richtingen kunnen worden behandeld, bijv. besmettelijke zieken, behoeftige kraamvrouwen, publieke vrouwen, voorloopig ver pleegde krankzinnigen, enz. Op 1 Januari 1896 waren in het ziekenhuis geen verpleegden aanwezig. Opgenomen werden gedurende het jaar 14 mannen en 21 vrouwen; overleden één man. Op 31 December 1896 waren aanwezig één man en drie vrouwen. Het aantal verpleegdagen gedurende het jaar bedroeg 453, waarvoor aan voeding aan den concierge is uitbetaald de som van f 240,05. In de afdeelingen bestemd voor besmettelijke zieken werden slechts vijf patiënten verpleegd, zijnde 3 mannen en 2 vrouwen, allen lijdende aan typhuskoortsen. Vier konden hersteld het gesticht verlaten en één man bleef op 31 Dec. 1896 in verpleging. Daar de gemeente Breda verder van besmettelijke ziekten vrijwel is verschoond gebleven, zijn geen meerdere opnamen van zieken in die afdeelingen noodig geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 230