217 VERSLAG van de gezondheids-commissie der gemeente Breda wegens hare verrichtingen en den gezond heidstoestand der gemeente in het jaar 1896. VIII. Toezicht op de levensmiddelen. Het toezicht op het slachtvee en vleesch is opgedragen aan een keurmeester (gediplomeerd veearts) en dat op de viscli aan twee keurmeesters. (Zie hiervoor.) Bij verordening is, behoudens het bepaalde bij de artt. 174 en 175 van het wetboek van strafrecht, strafbaar gesteld het in het openbaar verkoopen of voorhanden hebben van onrijp ooft en van voedingsmiddelen en eet- en drinkwaren, in on deugdelijken toestand of vermengd met schadelijke zelfstandig heden. Mede is het op straffe verboden kunstboter of natuurboter met kunstboter of andere vreemde bestanddeelen vermengd, in de boterbal ter markt of ten verkoop aan te bieden. Op last van den burgemeester werd een verbriiiksartikel, ter markt aangevoerd, scheikundig onderzocht. Het bleek echter geen bestanddeelen te bevatten, die schadelijk waren voor de gezondheid. IX. Gezondheids-commissie. Deze commissie bestaat uit de volgende heeren dr. P. R. VAN MIERLO, voorzitter. dr. J. P. HOFMAN, lid en secretaris. dr. P. W. J. RIJNEN. dr. Th. J. J. GORI. dr. J. D. R. SCHEFFER. Hebben in vele gemeenten van ons land en zelfs in enkele in onze onmiddellijke nabijheid eenige besmettelijke ziekten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 235