219
Wat betreft de verrichtingen der gezondheidscommissie, deze
heeft, in aanmerking van dien gunstigen toestand in het afge-
loopen jaar, zich kunnen bepalen tot liet in het oog houden,
dat in de weinige gevallen van sporadischen aard der besmette
lijke ziekten, de wettelijke voorschriften tot het voorkomen van
verspreiding dier ziekten werden opgevolgd.
Bij missive van het dagelij ksch bestuur, waarin, naar aanleiding
van art. 50 der verordening regelende de bouwpolitie in deze
gemeente, de G. G. verzocht wordt uit haar midden 3 leden
te willen benoemen, die de commissie van deskundigen in
genoemd art. bedoeld, zullen uitmaken, waaraan de stadsarchitect
zal worden toegevoegd, heeft de G. C. als haar gevoelen te
kennen gegeven, dat het doelmatig was, dat alle leden der G. C.
tot die commissie zich beschikbaar stelden, waarvan om beurten
het benoodigde getal leden der commissie van deskundigen, in
genoemd art. bedoeld, uit haar midden zoude gekozen worden
en zij tevens de bevoegdheid erlangde, om behalve den stads
architect, ook andere gemeenteambtenaren aan te wijzen, welke
zij noodig acht, hen bij het onderzoek bij te staan. Hierop
mocht de G. C. een gunstig antwoord van het dagelij ksch
bestuur ontvangen.
Nadat reeds vroeger door de G. C. een schrijven tot het
dagelij ksch bestuur gericht was over den onhoudbaren toestand
en voor de openbare gezondheid hoogst nadeeligen invloed van
een sloot achter het Van Coothplein, werd door de commissie
van deskundigen, bestaande uit de heeren doctoren Van Mierlo,
Gori en Scheffer, een onderzoek in loco ingesteld en moest
zij constateeren, dat de toestand van die sloot als schadelijk
voor de gezondheid der bewoners van de bij die sloot gelegen
gebouwen moest worden geacht, en het dringend noodig was,
hierin verbetering te brengen.
Bij missive van liet J). B. van 12 December 1895, n°. 937,
werd de G. C. verzocht naar aanleiding van art. 56 der bouw
politie eene commissie van deskundigen te benoemen, tot het
onderzoeken of eenige woningen in de Lange Gampelstraat en