244 Y. Brandweer. Opperbrandmeesterde heer J. M. IngenHousz-Bootz. Adjunct-idem: de heer A. H. de Bruijn. Brand- Onder Brandmeesters. Bijzonderheden, kringen. brandmeesters. C. J. R. M. Laurijssen. J. M. Marijnen. Mr. F. E. Pels Rijcken. .1. M. A. C. J. Smits. Mr. A. L. v. Driel Krol. Q. de Kanter. P. M. Kuselbos. J. F. de Volder. P. J. Schellekens. J. Mol. C. A. Beens. J. F. Sneldcrs. G. v. d. Sande. J. A. Willemse. Th. Kessels. A. H. Knibbeler. (In 1897 vervangen door W. J. van Dongen). Zie kolomBijzonderheden. P. A. Oomes. J. Erkelens, Ch. P. Oomes. Do bode der brandweer geniet f 30 per jaar on do opzichter van het materice f 9 en /]1,50 in de week voor woning, De belooning der', onder brandmeesters, wekkers en brandgasten is geregeld by art. 3 der verordening op brandweer, vastgesteld door den gemeenteraad den 16. Juni 1894 en gewijzigd bij besluit van den 4. Janu ari 1896. In eiken kring is een groote en kleine slangen- wagen. In de nabijheid van het station van den S. S. is een slangenwagen geplaatst, die bediend wordt door A. II. Knibbeleronder-brand meester. (Besluit burge meester en wethouders 1 Februari 1897, No. 6.) Het getal wekkers bedraagt 24 en het getal brandgasten 91. Bode der brandweer is B. van Trier, sedert 1 Juli 1895. Opzichter van het materieel is voornoemde B. van Trier. De brandbluschmiddelen worden in goeden staat onderhouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 262