240 bluschmiddelen te Rotterdam in het najaar gehouden, leidden niet tot het gewenschte resultaat. Doch op gezegde tentoonstelling werd een nieuw systeem «koppelingen" aangetroffen, dat de aandacht trok, en ook na informatie bij brandweercorpsen, waar zij in gebruik zijn, zóó doelmatig bleek, dat het college niet heeft geaarzeld het gemeente bestuur voor te stellen, zich deze «patentkoppelingen" bij de firma A. Dikkers zoon te Rotterdam aan te schaffen, welk voorstel het gemeentebestuur heeft aangenomen, waarop met gepasten spoed het nieuwe materieel is besteld. Door dezen aankoop en de daaruit voortvloeiende onkosten zal, hetgeen van den begrootingspost der brandweer over 4806 onverteerd was gebleven, slechts in geringe mate worden over schreden, hetgeen geen bezwaar oplevert, daar de betaling toch eerst in 1897 moet geschieden. Daar de patentkoppelingen nog niet zijn ontvangen, kan over de werking daarvan in dit verslag niets worden medegedeeld. Reeds in den aanvang van het afgeloopen jaar werd de maat regel der vermindering van het personeel der brandweer, in verband met de verhooging van loon, uitstekend bevonden. Op den ijveren den goeden geest onder de brandgasten valt niets aan te merken, en zij werden bij elke oefening door den opper- brandmeester, omtrent hetgeen van hen mag worden verlangd, ondervraagd, nadat hun vooraf was medegedeeld, dat hun loon zou worden ingehouden, indien zij zouden blijken in het noodigete kort te schieten. Deze straf behoefde echter nooit te worden toegepast. De jaarlijksche brandschouw werd gevoerd bij de; hoveniers door de brandmeesters Laurijssen en Smits, in de bakkerijen en fabrieken door de brandmeesters Marijnen en De Dreun. Namens het college van brandmeesters: De opperbrandmecster, .1. INGENHOUSZ-BOOTZ. De secretaris Fr. PELS RIJCKEN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 264