343 breid. Beide bezwaren werden echter opgelost; door vermeer dering en eenigszins andere rangschikking der teekentafels, O benevens het toevoegen van een lokaal dat het vorige jaar voor shout en marmer schilderen" was in gebruik geweest, werd de ruimte gevonden. De uitbreiding van onderwijzend personeel bepaalde zich tot het aanstellen van twee assistenten in de laagste klasse der hoof'dafdeeling «handteekenkunde"welke klasse, zoowel voor het hand- als lijnteekenen werd gesplitst; maar ook was reeds het vorige jaar behoefte gevoeld aan meerdere onderwijskrach ten in de hoofdafdeeling «bouwkundig teekenen". Om daaraan tegemoet te komen besloot de commissie den leeraar in het «lijnteekenen'® over te plaatsen naar de hoofdafdeeling «bouw kundig teekenen" en in zijne plaats een nieuwen onderwijzer te benoemen. Deze wijzigingen vorderden dus de aanstelling van drie onderwijzers. In verband hiermede werd door de commissie bij missive aan den gemeenteraad het voorstel gedaan tot benoeming van de heeren A. M. Schoenmakers en L. C. van der Pol tot assistenten in de vijfde klasse der hoofdafdeeling «handteeken- kunde" (afdeeling lijnteekenen) en M. A. W. IIarthoorn tot assistent in de afdeeling «handteekenen". Dit voorstel werd door den raad der gemeente goedgekeurd en den 'lsten October begon de cursus aan het teekeninstituut met een totaal van 452 leerlingen. Met de meeste ambitie en hoogst ordelijk namen de leerlin gen deel aan de lessen. Het verzuim was gering en werd zooveel mogelijk nagegaan. Toch werd in de hoogste klassen voor handteekenen, bouwkunde en machineteekenen meer ver zuimd dan vorige jaren, hetgeen alleen moet worden toegeschre ven aan buitengewone drukte, die te Breda en omliggende gemeenten heerschte voor smeden, timmerlieden, schilders en passementwerkers. Voor de collectie «voorbeelden en modellen" werd dit jaar een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 361