379
Inrichtingen, bedoeld bij litt. d van art. 2 der wet op het
armbestuur, zijn in deze gemeente niet aanwezig.
Aan de vorenstaande tabel omtrent het onde-mannenhuis
wordt het volgende toegevoegd:
In 1896 zijn door regenten 5 personen voorgedragen om als
broeders in het gesticht te worden opgenomen. Op elke voor
dracht is door ons gunstig beschikt. (Art. 35 van het regle
ment voor het oude-mannenhuis alhier.)
Het bestuur wordt benoemd door den gemeenteraad en
bestond op 31 December 1896 uit de volgende heeren
Jhr. F. Backer (opvolger van jhr. mr. G. Six, die be
dankt had).
J. A. J. W. van Hal (opvolger van mr. J. W. J. van
Mierlo, die bedankt had).
Herbenoemd als lid werd de heer jhr. F. Backer, bij raads
besluit van den 9'1™ Mei 1896.
Regiements-wijzigingen hadden plaats bij beluit van den ge
meenteraad van den 24slen October 1896. Het intredegeld o. a.
werd teruggebracht van f 75,op f 40,—. Een breedere om
schrijving dier wijzigingen is te vinden bij hoofdstuk III,
ietter E, XXXVIL
Sinds jaren is de administratie van het burgerlijk armbestuur
gesplitst in gewone armenzorg en onderstand als politiemaat
regel.
De kosten voor den gewonen onderstand worden door voor
meld armbestuur, dat in 1896 eene subsidie genoot van f 2 800,—,
E. H. A. Guljé, voorzitter.
B. C. van Dongen.
W. Merkelbacit (opvolger van dr. A. A. J. IngenHousz,
die bedankt had).
Opgaven betrekkelijk het armwezen in 181)6.