39Ö
Èeloop der ontvangsten en uitgaven onzer administratie.
Van en met 1 Januari tot en met ultimo December 1890
bedroegen
de ontvangsten f 10143/145
de uitgaven - 9 687,57, zoodat op ultimo
December 1896 zich in kas bevond f 455,575.
Onder dit saldo is begrepen eene som van f 13,235 ter be
legging bestemd.
De door ons gemaakte kosten van onderstand als maatregel
van politie zijn rechtstreeks uit de gemeentekas betaald en
alzoo niet begrepen onder bovenstaande uitgaven, welke alleen
het bedrag aangeven wat door de kas van het burgerlijk arm
bestuur is geleden.
Van het saldo behoeven geene betalingen meer gedaan te
worden, betrekking hebbende op den dienst van 1896, zoodat
wij, rekening houdende met nog eenige ontvangsten, als giften
huwelijksbus en achterstallige huishuur, het jaar 1897 zullen
aanvangen met een voordeelig saldo van ruim f 500,
Genees-, heel- en verloskundige dienst der armen.
Voor dezen dienst zijn van gemeentewege aangewezen de
heeren dr. J. P. Hofman en dr. P. A. Bossers, benevens de
vroedvrouwen mejuffrouw F. Brugs geboren Den Hartog en
mejuiïrouw M. VV. Andrea geboren Van Kooij.
Laatstgenoemde vroedvrouw werd bij raadsbesluit van 11 April
1896 met ingang van 16 April d. a. v. tot gemeente-verloskun
dige benoemd in plaats van mejuiïrouw A. van de Corput
geboren Cuijle, wie bij datzelfde raadsbesluit op haar verzoek
eervol ontslag als gemeente-vroedvrouw werd verleend, welk
ontslag bereids den lst0n t. v. was ingegaan.
Bij besluit van den raad dezer gemeente van den 21slen Maart
1896 is met ingang van 1 April d.a. v. eene nieuwe regeling
van den dienst en de belooning der gemeente-vroedvrouwen
in werking getreden. Bij de nieuwe regeling is niet meer,