411 Het in eigendom hebben van kostbare voorwerpen vermin dert, zoodat waardelooze voorwerpen daarvoor de plaats in nemen. Horloges worden door sommige leveranciers aangeboden tegen een prijs, bijna gelijkstaande met de reparatiekosten door een bekwaam werkman aan een solied horloge. De beleeningen van zilveren voorwerpen moeten gelijk blijven aan de rijzing en daling der zilverprijzen. Met de overige goederen is het niet beter gesteld. De daling der manufactuurprijzen neemt toe, waardoor ge maakte kleedingstnkken weinig of geen waarde meer hebben. Bijna dagelijks worden dan ook panden geweigerd, omdat de voorzichtigheid dit gebiedend vordert. Bij het beleenen van gedragen kleederen of andere klee dingstnkken wordt rekening gehouden met de opbrengst dier voorwerpen bij de publieke verkoopingen aan de bankdit toch moet de basis zijn en blijven bij de beleening. De ter beleening aangenomen goederendiezelfs reeds onder den invloed van twijfelachtige waarde, zeer laag getaxeerd zijn, wordensoms bij den verkoop tot een minium-waarde terug gebracht, omdat panden verkocht worden, die tot 5 a 6 maal 10 maanden ingepakt geweest zijn, waardoor geen hooge prijzen bij de publieke verkooping kunnen geboden worden. Dit toch is voornamelijk oorzaak, dat de mindere opbrengst, dat is het verschil met de beleeningssom plus de verschuldigde renten, bij den verkoop een liooger cijfer dan het vorige jaar aanwijst. De rente-standaard is bij koninklijk besluit van den 16den Maart 1894, nn. 24, voor den tijd van drie jaren, met ingang van den lsten April 1894behouden op twaalf ten honderd van alle beleende panden. De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van 25 0Ü0,onder bepaling, dat de eventueele winst aan de gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4% van het opgenomen kapitaal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1897).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 429