§P
-■
4tö
AANTAL AUBEIDEItS.
SOOIiT DER AMBACHTEN.
ANTAL.
A
Cf3
C/3
A
H A
is-
A
cA Y!
fc 3
H
A
sq B?
fi A
A A
a SJ
c
O zz
K O
r5
Kaarsenmakersj
3
4
i
Kachelwerkers
17
74
15
Kamerbekangers
17
71
14
Kappers
5
6
4
Kerkornamentmakers
1
2
Kleermakers
109
163
27
Kleerbleekers
3
13
45
3
Koper- en blikslagers
14
31
7
Korenmolenaars
4
8
Kuipers
2
10
1
Leerlooiers
4
18
2
Leidekkers
2
3
Linnenknoopenmakers
1
2
2
1
2
Loodgieters
9
23
3
Mandenmakers
3
3
Matrassenmakers
3
3
Metselaars
69
232
29
Meubelmakers
18
92
4
Modegoedmakers
22
47
103
Molenmaker
1
1
1
Mouters
2
16
Mosterdmolenaars
2
2
Oliemolenaars
3
12
Ornamentsnijdei s
3
3
Paraplumakers
5
6
Passementwerkers
15
27
8
4
Pasteibakkers
3
7
Pepermuntmakers
2
10
Pettenmakers
5
8
8
1
Photograten
6
8
2
Pianostemmers
4
4
Pianomakers
3
5
Poeliers
5
8
2
Rijtuigmaker
1
8
2
Rijtuigverhuurders
28
59
3
