49
y>door het departement van oorlog aan de gemeente
»twee gedeelten van de kazerne »de lange stallen"
samen 408 MV'
Na kennis genomen te hebben van dit advies,
wenschte U alsnog de zaak te overwegen en werd
door U besloten de behandeling ervan aan te honden
tot eene volgende vergadering.
Zij kwam aan de orde in de zitting van 29 Fe
bruari 189(3.
Werd eenerzijds instemming betuigd met het advies,
anderzijds werd erop gewezen, dat nooit geklaagd
was over den onvoldoenden toestand der bedoelde
verkeerswegen, terwijl verder de vraag gesteld werd,
hoezeer aan eene inrichting als de koninklijke mili
taire academie gaarne alle mogelijke faciliteiten ver-
leenendeof de afstand van grond in het Valkenberg
voor het beoogde doel wel zoo strikt noodzakelijk was.
Na verdere korte beraadslaging werden wij gemach
tigd tot het aanknoopen van onderhandelingen met
het departement van oorlog over den afstand van een
terreinstrook in het Valkenberg op den grondslag,
als boven omschreven, indien het blijken zou dal de
minisler het geheel onmogelijk achtte een ander terrein
tot het bouwen van den paardenstal aan te wijzen.
Omtrent dit laatste punt wendden wij ons, alvorens
verder te gaan, tot den minister. Vrijmoedig werd
in ons schrijven erop gewezenwelke beteekenis het
Valkenberg voor Breda heeft en welke uitgaven
gevorderd worden om het een fraai en weionder-
houden park te doen zijn, onder bijvoeging dat niet
gaarne dan bij onvermijdelijke noodzakelijkheid eenig
deel daarvan gemist werd.
Deze poging mocht niet met gunstigen uitslag be
kroond worden, zooals U in uwe zitting van'11 April
1896 werd medegedeeld. De minister toch verklaarde
4