57 Ter nadere bespreking van dit onderwerp, werd de openbare vergadering voor eene wijle geschorst. Na heropening der deuren geschiedde voorlezing- van een schrijven der gezondheidscommissie, waarbij de noodzakelijkheid werd betoogd, dat in het belang der openbare gezondheid tot het waarnemen van bovenbedoelde betrekking een wetenschappelijk des kundig man zoude worden aangesteld. Nadien werd de aanbevelingslijst, door burgemeester en wethouders ingediend, ingetrokken en werd door U besloten eene nieuwe oproeping van sollicitanten te doen tegen eene jaarwedde van f-1200,met bepaling, dat de titularis in het bezit behoorde te zijn van het rijks-diploma als veearts en dat het hem niet geoor loofd zoude zijn eenige particuliere praktijk uit te oefenen. In uwe vergadering van 21 Maart 1896 werden U door ons de adressen aangeboden van personen, die ter benoeming wenschten in aanmerking te komen, doch de benoeming volgde eerst in uwe zitting van 25 April 1896. Benoemd werd de heer D. van Gruting, gediplomeerd veearts, tijdelijk adsistent aan de rijks-veeartsenijschool te Utrecht. In het belang van den veterinairen dienst, werd in ons voorstel, behandeld in uwe zitting van 8 Augus tus 1896 ten, aanzien van de door het verplaatsen der politiebureaux vrijvallende localiteiten, begrepen de keurmeester, die zich thans moet behelpen in een van de wachtkamers der politie-agenten. Wat al lang voor den geest stond, rijpte al meer en meer aan tot de erkenning als eene noodzakelijke behoefte, namelijk de oprichting van een abattoir. De jaarwedde van den sinds overleden keurmeester C. A Kroes was f 3b0. Bij de eerste oproeping van sollicitanten was de jaarwedde bepaald op f600, overeenkomstig de som, opgenomen in de begrooting voor den dienst van 1896.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 75