58 van verschil-jnn.aande I April '1896. De eerste stap om daartoe te geraken is gedaan. In de begrooting voor den dienst van 1897 droegen wij U voor eene som van f 500,-ten einde daaruit de kosten te bestrijden van onderzoek en voorbereiding, en het doet ons genoegen te kunnen constateeren, dat de raad algemeen bleek ingenomen te zijn met het voor genomen plan. Welke uitkomsten dit zal opleveren, moeten wij ons voorbehouden te vermelden in een volgend verslag. 1 Februari 1896 en volgg. X. Gemeente- Bij uw besluit van den 1. Februari 1896 werd de watmteiding" ^ieer P- W. Paijens, directeur der gasfabriek, tevens Onderwerpen definitief benoemd tot directeur der waterleiding, lenden aara. 1 Het daartoe strekkend voorstel van burgemeester en wethouders ontmoette bedenking van den kant van den heer Scheltus, die, zich gedragende naar de vroeger door hem ontwikkelde gronden, de conbinatie van beide directeursbetrekkingen niet wenschelijk achtte. Tot dusver bestonden twee afzonderlijke commissiën voor het beheer der gasfabriek en waterleiding. Die beide commissiën te doen samensmelten, in verband met het grondbegrip der wet, dat burgemeester en wethouders beheeren, doch zich op hunne voordracht in het beheer van bepaalde takken van de huishouding der gemeente kunnen doen bijstaan: dit punt maakte den grondslag uit eener verordening, welke U in uwe zitting van 21 Maart 1896, in ontwerp, werd aange boden. Zoowel het hoofdbeginsel als de bepalingen der verordening gaven aanleiding tot uitvoerige beraad slagingen, doch toen degeheeleverordeningin stemming werd gebracht, werd zij met algemeene stemmen aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 76