60 van de gelden voor afgeleverde cokes, koolteer, fittings, gebruikte materialen, enz., volgens opgaven, hem daartoe door den directeur te verstrekken. Overeenkomstig art. 5 der verordening, regelende den rang en de wijze van benoeming van de ambte naren en het overige personeel voor den onderwerpe- 1 ij ken dienst, werd U in uwe zitting van den 25. Juli 1896 voorgesteld, om den door den boekhouder te stellen zakelijlcen borgtocht te bepalen op twee duizend gulden. Zonder bedenking werd daartoe besloten. De betrokken ambtenaar deponeerde die som, bij notarieele akte, in onze vergadering van den 20. Aug. 4896; In uwe vergadering van den '12. Augustus 4893 werd bepaald, dat de verordening nopens het ver strekken van water uit de hoogdrukwaterleiding van kracht zoude zijn drie maanden na het einde van het tweede exploitatiejaar, dat was 1 April 1896, doch aangezien de aard der commissie eene andere phase zou intreden en de zaak zelve alsnog eenige overweging vorderde, werd U door ons in uwe zitting van 21 Maart 1896 voorgesteld den eindtermijn voorbedoeld te verlengen tot i Juli i896. Daartegen bestond bij U geen bezwaar. Gewijzigde voorwaarden werden door ons ontwor pen en deze werden U aangeboden in uwe zitting van 27 Juni 1896. Twee voorstellen maakten al dadelijk een onderwerp van beraadslaging uit; het eene van den heer Teychiné om in art. 16 te laten wegvallen de woorden nmet dien verstandedat men zich verbindt elke driemaan den ten minste voor eene hoeveelheid van 10 M3 te De directeur stelde reeds vroeger ecu borgtocht van f 3000.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 78