70
Verder ontwikkelde spreker nader zijne bedenkingen
tegen eene regeling der wedde, zonder dat de raad
bekend zou zijn met de beslissing van den betrokken
ambtenaar in zake het pensioenfonds, en adviseerde
de zaak aan te houden.
Daartegenover werd het gevoelen gehandhaafd, dat
de aanhangige regeling moest afgescheiden blijven
van hetgeen door den beer Schei.tus werd gewenscht,
waaruit voortsproot dat ons voorstel in stemming
gebracht en aangenomen werd.
Bij koninklijk besluit van den 31. Maart 1896,n°. 14,
medegedeeld in uwe vergadering van den 9. Mei 1896,
werd de onderwerpelijke jaarwedde, te rekenen van 1
Maart 1896, overeenkomstig het gedane voorstel, vast
gesteld op f 2000,
Van de facultatieve bepaling in de gemeentelijke
pensioenverordening ten aanzien van den commissaris
van politie, werd door den functionaris geen gebruik
gemaakt. Voor 's raads bemoeiingen in zake de rege
ling van diens jaarwedde, werd door hem dank betuigd
bij schrijven, medegedeeld in uwe zitting van 9 Mei
1896.
29 Februari 1896.
XV. Het aan- Het onderwerp, ter zijde genoemd, maakte reeds
leggen van punt van beschrijving uit in ons vorig verslag.
tramsporen r 0 o o
door de Zui- (Zie pag. 111 en volgg.)
der-stoom- q ([e vergunning zelve en de voorwaarden daaraan
tramweg- 1 no
maatschappij, verbonden, werd door belanghebbenden teruggekomen
in verbinding pj: acjres (jat u werd aangeboden in uwe vergadering
met de lijnen J o o
viin de Zuid-van 29 Februari 1896.
Nederland- ]j(, por(;e bespreking daarvan leidde toen tot het
sche stoom- i o
tramweg- besluit, om ons uit te noodigen een schriftelijk rapport
maatschappij. aan qj ove,. p, leggen, zoo mogelijk na gehouden
overleg met adressant.