75 heeft het vraagstuk beheerschtdat ons toeschijnt afdoende tot oplossing te zijn gebracht. 21 Maart 1896. XVII. Het In ons vorig verslag (blz. 96 en volgg.) werd door woning in"deons °- m- vermeld, dat in de gemeente-begrooting nabijheid der voor den dienst van 1896 was voorgedragen en goed- TOoIllen gekeurd een bedrag van 5000,tot het bouwen directeur der eener woning voor den directeur der gerneente-reini- ë01niVingiei" ging in de onmiddellijke nabijheid der mestvaalt. Onderhand- Als gevolg daarvan werd U in uwe zitting van 21 sche toewij- \[aaiq 1896 aangeboden bestek en teekening tot het zmg van dien 1 bouw,navoor-bouwen dier woning, met advies van de bouweom- afgegane missie. openbare aanbesteding. Het gebruikhetzij van waalsteen of wel van papen- steen, voor den romp of de buitenmuren, ontlokte in hoofdzaak eenige beraadslaging, waarvan het einde was dat, bij stemming, besloten werd waalsteen te bezigen. Voorts werd tot de openbare aanbesteding van dit werk besloten. De uitslag daarvan werd U medegedeeld in uwe zitting van 9 Mei 1896, maar die uitslag was niet een gewone. De laagste inschrijving toch bedroeg /'6610,zijnde nog ƒ1210,boven de raming. Van eene gunning van het werk was alzoo geen sprake geweest Inmid dels was ingekomen een inschrijvingsbiljet van een in de nabijheid der gemeente wonenden aannemer, die zich bereid verklaarde het werkovereenkomstig bestek en voorwaardenuit te voeren voor de som van 5600,en aan dezen werdonder uwe goed keuring, het werk onderhands gegund. Het nu nog hoogere bedrag, vergeleken met het begrootingscijfer,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 93