80 i ling der perso- »l)e raad der gemeente Breda neele ting aan amb- overwegendedat aan verschillende gemeente- tenaren, aan »ambten het kosteloos genot van woning verbonden is; kYn» liet^09- »dat in dit genot voor het eene ambt begrepen teloos genot wordt vrijstelling van het betalen der personeele verbonden11 fs«belastingvoor zoover de eerste drie grondslagen «betreft, en voor het andere niet; «besluit, te rekenen in te gaan met het jaar 1890, «alle gemeente-ambtenarenaan wier ambt het kos- «teloos genot van woning verbonden is, vrij te stellen «van het betalen der personeele belasting, voor zoover «de eerste drie grondslagen betreft, te weten: liuur- «waarde, deuren en vensters, en haardsteden." De heer Teychiné had bezwaar met het voorstel mede te gaan, omdat het z. i. hier gold eene ver momde traktementsverhooging en de voorgestelde vrijdom onbillijk was tegenover de ambtenaren, die niet het genot hebben van vrije woning. De heer Scheltus had gaarne bij het voorstel eene financieele berekening aangetroffen en was van oordeel dat de regeling onnoodig was voor ambtenaren, wier bezoldiging f 1200,en daarboven bedraagt. De heer Sassen verklaarde zich bij de vorige sprekers aan te sluiten. De voorzitter stelde de strekking van het voor stel in het licht en betoogde dat enkel daaraan het doel ten grondslag lag, om de verschillende ambte naren, die in het genot van vrije woning zijn, ook met betrekking tot den vrijdom van personeele be lasting, gelijk te stellen. Verder gaf de voorzitter in overweging de zaak aan te houden en burgemeester en wethouders uit te noodigen aan het voorstel eene opgave van meerdere uitgaven toe te voegen, waartoe besloten werd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1896 | | pagina 98