70 van dien termijn daarin door de gemeente en op kosten van de nalatigen worden voorzien. Beval de heer Heijlaerts de voorwaarde aan, dat ook geen rijtuigen in het poortje zouden mogen blijven staan, de heer Teychiné had bedenking tegen de voorwaarde letter e, zoolang niet is uitgemaakt, dat de gemeente eige nares is van de bewuste gang, welke bedenking door den heer mr. Van Dam werd weersproken. De voorzitter, mede het woord voerende, bracht daarbij het historische feit in herinnering, dat in het gebouw, waar thans de bo- terhal bestaat, eertijds de gilde van St. Joris was gevestigd en dat de leden dier gilde jaarlijks eene wandeling maakten door de woning, thans bewoond door den heer Loomans, ten einde daardoor te handhaven het recht van uitgang, dat op het erf en de woning van den heer L. gevestigd is ten behoeve van het aangrenzende gebouw, thans eigendom der gemeente. Bij stemming werd vervolgens de gevraagde vergunning- tot wederopzegging verleend op den voet als door ons was voorgesteld. 24 April 1897. XIX. Uit- Bij ons was een schrijven ingekomen van de commissie breiding van van toezicht op het lager onderwijs alhier, waarbij de wen- derwijs in de schelijkheid werd betoogd dat aan de onderwijzeressen in handwerken de handwerken, werkzaam aan de tusschenschool aan de voor meisjes Boschstraat en aan de tusschenschool aan St. Joost, ieder aan de open- hare lagere nog mer ulir onderwijs zoude worden opgedragen, en dat scholen twee nieuwe onderwijzeressen in dat vak zouden worden alhier. benoemd, eene die acht uren en eene die vier uren onder wijs zou geven. Ons geheel met de strekking van dit schrij ven kunnende vereenigen, gaven wij U in overweging over eenkomstig den inhoud daarvan te besluiten, waaraan door U gereedelijk werd gevolg gegeven. De benoeming der nieuwe onderwijzeressen geschiedde in uwe vergadering van 19 Juni 1897. 24 April 1897. XX Aan uwe bovengenoemde vergadering werd door U kennis vrage om genomen van een adres der vereeniging van Nederlandsche

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 100