79
regeering tot gemeente op te heflen en stelde voor, met het oog op de
het°ijklran- belangen welke voor de neringdoenden daarbij betrokken
toor te Breda, zijn, een adres aan de hooge regeering te richten tot behoud
van het ijkkantoor alhier.
Dienovereenkomstig werd door U besloten.
Later werd nog een adres aan de Tweede Kamer gezonden
en aan ieder harer leden een afschrift ervan.
17 Juli 1897.
XXVII. Het Een ontwerp-besluit tot heffing van de ter zijde aangeduide
heffen van rechten, met verordening op de invordering daarvan, werd
rechten van 1
door of van U ter goedkeuring aangeboden in uwe bovengenoemde ver-
wege het ge- gadering. O. a. behelsde dat besluit
stuur^ver- Tarief A. Straatwerk, enz.
strekte dien- Tarief B. Het gebruik maken van openbaren gemeente-
sten. grond.
Tarief C. Schade aan bruggen of andere gemeente-eigen
dommen toegebracht.
»Het beginsel" zoo schreven wij in de memorie van
toelichting welke het ontwerp vergezelde »dat aan de
verordening ten grondslag ligt, is om particuliere handen te
onttrekken aan de uitvoering van werken, die in den ge
meentegrond moeten geschieden.
Tot dusver werden die werken, onder officieel toezicht,
verricht door en op kosten van de belanghebbenden zeiven,
maar met dit stelsel dient, evenals elders, in het belang der
gemeente gebroken te worden.
Voor de diensten, die de gemeente verleent, vordert zij
een billijk recht, terwijl tevens geregeld wordt de terugbe
taling van kosten, voortspruitende uit aan gemeente-eigendom
toegebrachte schade.
De algemeen gestelde bepaling, dat vóór het uitvoeren van
het werk de geraamde kosten moeten gedeponeerd worden,
behoudens latere verrekening, snijdt zoo goed als alle moeie-
lijkheden af, die de verordening zou kunnen opleveren. Ove
rigens worde niet uit het oog verloren, dat het verschuldigde
als belasting opvorderbaar wordt gesteld."
Zonder bedenking werd door U besloten de voormelde