91
Na korte bespreking werd besloten de stukken te doen
drukken en inmiddels de behandeling der zaak aan te houden.
De lange duur der daarop gevolgde zitting van 7 Septem
ber 1897 gaf aanleiding andermaal de behandeling van het
onderwerpelijk voorstel te verdagen. Het werd opnieuw aan
de orde gesteld in uwe vergadering van den 2. October 1897.
Tot recht begrip van het nieuwe plan dient vermeld, dat
er tot dusver waren, behalve de commissaris van politie:
1 inspecteur,
5 hoofdagenten,
5 agenten le klasse,
10 2e
12 3e
terwijl er volgens het ingediende plan zouden zijn:
1 inspecteur,
1 adjunct-inspecteur,
5 hoofdagenten,
10 agenten der le klasse,
10 2e
14 3e
3 parkwachters.
Verder werd daarbij de gemeente in plaats van in acht in
tien politiewijken verdeeld en het oprichten van drie hulp-
bureaux van politie aangeprezen. Ook werd het aanstellen
van een klerk wenschelijk geacht, doch deze werd in het
plan, met het oog op de fmancieele draagkracht der gemeente,
buiten rekening gelaten.
De meerdere kosten werden geraamd op ƒ6000,behalve
de kosten van bouw en inlichting der hulpbureaux, het
aanschaffen van een of twee rijwielen en de telephonische
verbinding der hulpbureaux.
De heer Sassen, de beraadslagingen openende, verklaarde
zich niet met het voorstel te kunnen vereenigen, en wel om
de fmancieele gevolgen, welke daaruit zouden voortspruiten,
terwijl ook spreker de hooge noodzakelijkheid der meerdere
uitgaven niet gebleken was.
De heer Heijlaerts gaf in overweging de verordening,
welke z. i. ook goede bepalingen bevatte, artikelsgewijze te
behandelen.