413 Het rijk zond»De Archieven der Gemeenschappen, Collegiën en Ambtenaren te Roermond, die een Rechterlijk of Lands heerlijk karakter hadden of rechtstreeks invloed op het algemeen bestuur van de 13e eeuw tot in 1894« enz. Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven. XVII. 1894. en Verslag aangaande een voorloopig onderzoek te Parijs naar Archivalia, belangrijk voor de geschiedenis van Nederland op last der regeering ingesteld door dr. P. J. Blok, hoogleeraar te Leiden. Van den heer mr. A. C. Bondam, archivaris in Noord-Brabant, ontving ik«Verslag omtrent de oude Gemeente- en Water- schaps-Archieven in Noord-Brabant, Mei 1895 en Mei 1896.» Jonkheer M. A. Snoeck zond ten geschenke een tweeden veel verbeterden en vermeerderden druk van zijne «Bijdragen tot de Penningkunde van Noord-Brabant.» De boekerij en het archief bevinden zich in goeden staat. Opdat het laatstgenoemde steeds meer aan zijne bestemming moge beantwoorden en de vruchten afwerpen, die er met recht van kunnen worden verwacht, heb ik ook in dit jaar voortge- werkt aan de voltooiing van het plan, in den beginne door mij ontworpen en herhaaldelijk bekend gemaakt. Van verschillende registers, bevattende «de acten Magistraek is eene volledige inventaris gereed. Aan verschillende liassen bevinden zich stukken, die mij na onderzoek bleken op eene betere plaats thuis te behooren. Reeds eenige dier belangrijke documenten heb ik verzameld; plaatsruimte echter verhinderde mij dit werk voort te zetten. Ik hoop binnenkort, wanneer aan het archief een meer geschikte plaats zal zijn gegeven, ook in dit opzicht mijn plan tot een goed einde te brengen. Mijne »Bredaniana« zijn reeds tot CX gevorderd; in de nummers, sedert mijne laatste opgave verschenen, is de ge schiedenis der Latijnsche school tot 1815 geregeld algehandeld. Haar wedervaren van 18151867 zal later gegeven worden. Door dezen mijnen arbeid worden ieder, wien de geschiedenis onzer stad lief is, de authentieke bronnen verstrekt, waaruit hij voor welk doel dan ook kan putten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 143