-198 VII. Toezicht op de prostitutie. Met liet toezicht op de prostitutie zijn, overeenkomstig de bestaande verordening', belast de gemeente-geneesheeren. Wekelijks had in het stedelijk ziekenhuis het onderzoek plaats der publieke vrouwen, onder toezicht der politie. (Zie hiervoor het verslag van de commissie van beheer van het stedelijk ziekenhuis.) VIII. Toezicht op de levensmiddelen. Het toezicht op het slachtvee en vleesch is opgedragen aan een keurmeester en dat op de visch aan twee keurmeesters. De uitkomsten hiervan werden reeds hiervoor vermeld. Bij verordening is, behoudens het bepaalde bij de artt. 174 en 175 van het wetboek van strafrecht, strafbaar gesteld het in het openbaar verkoopen of voorhanden hebben van onrijp ooft en van voedingsmiddelen en eet- en drinkwaren in on deugdelijken toestand of vermengd met schadelijke zelfstan digheden. Mede is het op straffe verboden kunstboter of natuurboter met kunstboter of andere vreemde bestanddeelen vermengd, in de boterhal ten verkoop aan te bieden. IX. Gezondheidscommissie. Deze commissie bestaat uit de volgende heeren: dr. P. R. VAN MIERLO, voorzitter. dr. J. P. HOFMAN, lid en secretaris. dr. P. W. J. BIJNEN. dr. Th. J. J. GORl. dr. J. D. R. SCHEFFER.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 228