200 ziektegevallen meest tot catarrhale en rheumatische aandoenin gen en ziekten van het kraambed. In de vergadering der Gr. C., d.d. 13 Januari, deelde een lid mede, dat een zijner patiënten geklaagd had over de vochtigheid zijner woning, van welker waarheid hij zich dan ook persoonlijk had overtuigd, zoodat hij moest verklaren, dat die woning als schadelijk voor de gezondheid der bewoners moest worden be schouwd, en aan de vergadering de vraag voorlegde welke naar haar oordeel de weg is. die moet worden ingeslagen tot het nemen van maatregelen om dien, voor de gezondheid der be woners schadelijken toestand, op te hellen. De vergadering- oordeelde na onderlinge discussie, dat naar aanleiding van art. 50 der verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente, aan de bewoners den raad moest worden gegeven eene schrif telijke klacht bij het dagelijksch bestuur in te dienen, hetwelk alsdan aan eene commissie van deskundigen kan opdragen een onderzoek dienaangaande in te stellen, welke commissie een schriftelijk verslag van hare bevinding aan het D. B. indient, met de vermelding der gewenschte verbeteringen welke zijn aan te brengen, of wel de onbewoonbaarheid der woning kan verklaren. In de vergadering der G. C. van den 25. Januari was inge komen eene missive van het D. B., waarin te kennen gegeven werd, dat op een adres van den belanghebbende A. J. van Heusden, verzoekende de vergunning tot het stichten van twee arbeiderswoningen op het perceel sectie A, n°. 2436, door het D. B. afwijzend was beschikt met het oog op art. 4 der ver ordening regelende de bouwpolitie in deze gemeentedat adres sant zich hierop tot den gemeenteraad wendde, die de zaak nader wenschte te zien toegelicht. Hierop werd aan de G. C. het beleefd verzoek gericht hare zienswijze in deze zaak te willen doen kennen. De commissie uit de G. C. hiertoe benoemd, heeft zich tot onderzoek persoon lijk naar genoemd perceel begeven. Het oordeel van genoemde commissie, waarmede ook de aan wezige leden der G. C. zich vereenigden, was, dat in het belang

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 230