Het gemeentebestuur keurde dit voorstel goed, met bepaling, dat de maatregel zoude in werking treden op 1°. Juli 1.1. De uitbetaling van deze belooningen heeft plaats door tus- schenkomst van den commissaris van politie. De gewichtigste maatregel in het afgeloopen jaar genomen is wel die, welke strekt tot voorkoming of vermindering van brand gevaar bij openbare tooneelvoorstellingen, of welke daarmede gelijkgesteld kunnen worden, in 't bijzonder in de kermisweken. De dienaangaande door het college gedane voorstellen en de daarover met het gemeentebestuur gevoerde correspondentie, hebben tot resultaat gehad: 1°. dat ter gelegenheid van de kermis en de najaarsmarkt een wachtpost van drie man gestationneerd wordt in het brandspuithuis aan de Oude Vest, eiken dag van des avonds 7 uur tot des nachts 1 uur. 2°. dat in beginsel is aangenomen, dat bij voorzegde gele genheden in of nabij tenten, welke een tooneel hebben, brandkranen behooren te worden aangelegd, welke brand- kranen tijdens de uitvoering door brandwachten zullen worden bewaakt en bediend. 3°. dat bij elke openbare tooneeluitvoering in de groote zaal van Concordia, vanwege de brandweer een wacht van twee man zal worden geposteerd, waarvan de kosten ad f 1,— per man ten laste der vereeniging komen, terwijl aan het college voor de controle twee toegangskaarten moeten worden verstrekt en van elke tooneelvoorstelling minstens tweemaal vier en twintig uren te voren door het bestuur van Concordia kennis gegeven zal moeten worden aan den opperbrandmeester. 4o. dat hetzelfde is bepaald ten aanzien van de zaal van Thalia, behoudens dat de brandwacht aldaar bestaat uit één man. 5°. dat aan den heer E. Boneski, pachter van het »fIof van Holland", de verplichting is opgelegd, om de brandkraan in zijn gebouw zijnde, te laten beproeven ingeval van openbare tooneelvoorstellingen of andere uitvoeringen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 261