251
c. »de achtergevel van het huis aan den Haagdijk, sectie A,
»n°. 3572, eigenares de wed. W. Bouwens, te Breda
«Wordt besloten de respectieve eigenaren, op grond van art.
«52 der verordening regelende de bouwpolitie in deze gemeente,
«aan te schrijven het bouwvallige zoo spoedig mogelijk, doch
«uiterlijk binnen eene maand na de dagteckening van dit besluit
«te doen herstellen of vernieuwen.
Bezwaar tegen dit besluit werd door de betrokken eigenaren
niet ingebracht, doch door die onder a en b genoemd werd,
met het oog op het winterseizoen, uitstel verzocht, dat verleend
werd tot 1 x\pril 1898.
Nummering der perceelen.
In verband met artikel 1 der algemeene politieverordening
voor deze gemeente, werd door ons den 30. December 1897
besloten te bepalen het volgende
1°. dat de cijfers van de nummers der perceelen eene hoogte
moeten hebben van 8 centimeter en ingericht moeten
zijn overeenkomstig het model, ten kantore van den
gemeente-architect aanwezig
2°. dat deze cijfers met zwarte olieverf geschilderd moeten
worden op wit geverfde plaatjes of op wit geverfde
veldjes, lang 10 centimeter, hoog 12 centimeter, met
zwart geverfden rand, breed 6 millimeter
3°. dat deze plaatjes niet mogen worden aangebracht op
eene mindere hoogte dan 2,50 meter en eene meerdere
hoogte dan 5 meter boven den openbaren weg
4°. dat boven of vóór de ingangen van perceelen, hofjes of
gangen, waar meer dan twee niet direct aan den open
baren weg uitkomende woningen bijeen gebouwd zijn,
eene verzamelplaat moet worden aangebracht, waarop
Zie hoofdstuk III, blz. 80.