299 zich namelijk 102 leerlingen aangemeld, van welke er door de opening van de elfde klasse 89 geplaatst konden worden; de overigen konden echter in de verschillende tusschenklassen, die alle overvol waren, geen plaats vinden. Voor de toelating op 1 November waren 02 kinderen ingeschreven, "waarvan er op genoemden datum, toen ook de twaalfde klasse geopend werd, 50 kinderen werden toegelaten. Aan een leerling voor de aanvangsklasse en aan elf leerlingen voor de lagere tusschen klassen moest toen nog de toelating geweigerd worden. Waren dus op het einde van het jaar in de zeven hoogste klassen alle plaatsen bezet, in de vijf hoogere klassen bleven nog plaatsen beschikbaar, doch betrekkelijk zeer weinig leer lingen meldden zich aan, die in die hoogere klassen geplaatst kunnen worden. Thans is de school dus verdeeld in twaalf halfjaarlijkschc klassen en heeft de bevordering naar hoogere klassen en de aanneming van nieuwe leerlingen voor de aanvangsklasse om het half jaar op 1 Mei en 1 November plaats. Daar met de uitbreiding der school ook vooral het aantal vrouwelijke leerlingen was toegenomen, werden met 1 Juli ook nog twee klassen voor het onderwijs in de vrouwelijke hand werken geopend, zoodat de leerlingen voor dit onderwijs thans over zeven klassen verdeeld zijn. In den loop van het jaar werd het onderwijzend personeel vermeerderd met twee onderwijzers, den heer A. P. Kerremans, die 1 Mei, en den heer P. A. de Groot, die 1 November in dienst trad, en met twee onderwijzeressen in de nuttige hand werken, de dames J. U. G. van Hooijdonk en W. A. J. M. van Olphkn, die 1 Juli hare betrekking aanvaardden. Van de onderwijzers, reeds aan de school verbonden, werd de heer J. W. van der Linden met 17 Juli bevorderd tot tweeden onderwijzer, en de heer A. P. Kerremans met 1 November aangewezen om ook onderwijs in de beginselen van de Fransche taal te geven. liet schoolverzuim was als altijd zeer gering en bedroeg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 329