357 VERSLAG van de commissie voor de ambachts school te Breda over 1897. De toestand der ambachtsschool in 1897 wordt omschreven het volgende Aan den raad der gemeente Breda. Overeenkomstig art. 7 der verordening van de ambachtsschool, opgericht ingevolge testamentaire beschikking van wijlen dr. L. F. W. van Cooth, is het ons aangenaam, U wederom het verslag aan te bieden over het jaar 1897, en wel het twaalfde, sedert de oprichting der school, ii de com- Konden wij in ons vorig verslag met genoegen nnssie. constateeren, dat in de commissie geen verlies te betreuren viel, het doet ons leed dit in dit verslag o niet eveneens te kunnen doen. Een dei' leden toch. die van de oprichting der school af aan haren bloei niet weinig had bijgedragen, zag zich genoodzaakt in het begin des jaars wegens hoogen ouderdom bij uwen raad zijn eervol ontslag aan te vragen, hetwelk hem bij besluit van den öden Februari 1897 op de meest eervolle wijze werd verleend. Deed het ons oprecht leed den heer A. Yriends den zetel te zien verlaten, dien hij zoovele jaren met eere had ingenomen, niet minder trof ons de tijding, dat hij op 13 November 1.1. het tijdelijke met het eeuwige verwisselde Wij achten het hier de plaats met dankbare herin nering den eenvoudigen praktischen man te gedenken, die in moeielijke tijden, vooral in de eerste jaren van haar bestaan, veel, zeer veel heeft bijgedragen om het doel, dat met de ambachtsschool beoogd werd, bij zijne collega's vakgenoolon nader bekend te maken en hen voor het onderwijs voor een goed deel te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 387