399
ons gelegateerd door wijlen mr. Jacob Hoeufft, blijkens testa
ment verleden voor den notaris J. van Naerssen te Breda
den 19. April 1830.
Volgens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemdeu erflater
wordt de rente van dit kapitaal aan twee schaamachtige armen
uitgekeerd en wel aan een van den Protestantschen en een
van den Roomsch Katholieken godsdienst.
In liet genot van deze uitkeering zijn thans Clara Hopman
en weduwe Rijpaard, geboren Johanna van Gooi..
Eveneens wordt aan deze vrouwen uitgekeerd de rente van
27,05, belegd in de Rijkspostspaarbank. Dit bedrag is ontstaan
door het verschil tusschen de allossing der Russische obligatiën bo
vengenoemd en den aankoop der Nederlandsche werkelijke schuld.
Mede is onder het sub 2 genoemde kapitaal begrepen een
bedrag van 3 000,in contanten gelegateerd door wijlen
mevrouw Henriette Johanna Anna Maria Oukoop, weduwe
van den HoogEdelGestrengen heer Charles David van
Naerssen, welke som ingevolge hare uiterste wilsbeschikking,
bij akte verleden voor den notaris mr. J. A. Vorstman te
Ginnekcri, is ingeschreven in het grootboek der Nederlandsche
werkelijke schuld.
De rente van dit kapitaal moet mede ingevolge boven
genoemde uiterste wilsbeschikking - uitsluitend worden aan
gewend tot uitdeeling van brood en brandstoffen aan de armen.
De bij den aankoop dier inschrijving in het grootboek
overgebleven som van f 05.25 is door ons in de Rijkspostspaar
bank belegd. De rente hiervan wordt eveneens bestemd voor
uitdeeling van brood en brandstoffen.
Bovendien bezit onze administratie:
a. een certificaat Nederlandsche werkelijke schuld, groot
1 000,rentende 3%) Oen arme geschonken door den
WelEdelZeerGeleerden heer dr. A. F. J. IngenHousz,
bij gelegenheid van zijn gouden huwelijksfeest op 14
April 1897, onder voorwaarde de rente van dit kapitaal
te besteden tot uitdeeling van brandstollen en voedings-
o
middelen.