HOOFDSTUK II.
Verkiezingen.
Volgens de gewijzigde wetsbepalingen, werd de gemeente
voor de verkiezing van leden van de tweede kamer der
staten-generaal in twee s/emdistricten, gevestigd ten raadhuize,
verdeeld, en voor de verkiezing van leden van den gemeente
raad in drie /desdistricten, respectievelijk gevestigd ten raad-
huize, aan de ambachtsschool en aan de gasfabriek. (Zie vol
gend hoofdstuk.)
Bij loting, gehouden den 19. Juni 1897, werd bepaald tot
welk kiesdistrict de raadsleden behooren. (Zie volgend hoofd
stuk.)
Het getal kiezers dezer gemeente bedroeg volgens de lijst,
vastgesteld den 22. Maart 1897
A. Voor leden van de tweede kamer der staten-generaal 2Ü88.
B. Voor leden van de provinciale staten 2077.
C. Voor leden van den gemeenteraad 1937.
In 189G waren deze cijfers respectievelijk 1589,1589 en 1588.
In het geheele district waren, volgens de lijsten der ver
schillende gemeenten, 5203 kiezers, als: