TER HERINNERING. I. Nationaal huldeblijk aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe Regenfes. Op den 9. Maart 1897 vereenigden zich, op uitnoodiging van den burgemeester, een tachtigtal ingezetenen, tot samenstelling eener plaatselijke commissieten einde met de bereids tot stand gekomen hoofdcommissie te 's-Gravenhage en provinciale com- missiën mede te werken tot het doel, om, ter gelegenheid van de meerderjarigheid van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina (31 Augustus 1898), een geschenk aan Ilare Majesteit de Ko ningin-Weduwe aan te bieden als nationaal huldeblijkals teeken van dankbaarheid voor Hare goede zorgen in het waar nemen van Hare gewichtige betrekkingen van Regentes en Voogdes. Onmiddellijk constitueerde zich de beoogde plaatselijke com missie, welke de voorbereiding van de te houden inzameling van gelden aan een sub-comité uit haar midden opdroeg. Dit sub-comité was samengesteld uit de volgende heeren: Ed. H. A. GULJË, burgemeester, voorzitter. mr. A. M. SASSEN, lid van de Eerste Kamer, 2e voorzitter. A. E. van der HEIDE, luit.-kolonel, plaatselijk commandant, mr. A. REIGERSMAN, lid v. d. gemeenteraad, penningm. A. R. VERMEULEN, secretaris der gemeente, secretaris. De bedoelde collecte had plaats op Woensdag den 12. Mei 1897, waartoe de gemeente in 20 sectiën was verdeeld. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 5