36 Op onze voordracht, werd bij raadsbesluit van den 13den November 1897 ingesteld 6°. de commissie van bijstand ter zake van den hoofdelijken omslag. Als leden dier commissie werden door U den 18den December 1897 benoemd de heeren J. J. L. Teychiné, mr. A. Reigersman, A. J. Rees 0 Behalve de voormelde raadscommissiën bestaat nog eene commissie uit den raad voor het ontworpen scheepvaartka naal. Leden dier commissie zijn de heeren E. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter, mr. M. I3. M. van Dam, J. A. J. W. van Hal, Twee vacatures. Zie vorig verslag. Toegevoegd aan deze commissie is de heer G. Lamers, ge meente-architect. Later zal het moeten blijken, of het noodig is deze commissie in stand te houden. Ter zake van de scheepvaart is lid van het heemraadschap van Mark en Dintel de heer mr. M. P. M. van Dam, herbe noemd bij Koninklijk besluit van den 25sten November 1897, no. 32. (Zittingstijd vijf jaren.) Het college van zetters is samengesteld uit de volgende heeren E. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter, J. A. J. W. van Hal, J. M. Marijnen, J. Lijdsman, Jos. van Pelt, J. M. Rosman en II. A. Sassen. Bedrijfsbelasting. Door den gemeenteraad zijn benoemd de heeren J. P. A. J. Rosu, lid, Jos. van Pelt, plaatsvervangend lid. i) Laatstbedoeld raadsbesluit is ingetrokken by besluit van den 29sten Januari 1898, naar aanleiding ecner bedenking van den minister van B. 'L.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 66