57 Zonder bedenking werd dit voorstel door U goedgekeurd. Niet alle eigenaren evenwel van de aan de tegenover gestelde zijde van de straat »de Achterom" gelegen panden waren met het genomen besluit tevreden, zooals bleek in de vergadering van den 23. October 1897, toen ter tafel werden gebracht twee adressen van belanghebbenden, die beiden door koop het bezit wenschten te verkrijgen van een gedeelte van den door demping van de Gampel verkregen grond, gelegen achter hunne eigendommen, met welke adressen samenhingen de in dezelfde vergadering ingekomen verzoekschiften van de eigenaars der tezelfder plaatse gelegen zeepziederij en tapijtfabriek. De belangen van de eerstbedoelde belanghebbenden, die, in verband met het bepaalde bij het tweede punt van het bovengenoemd raadsbesluit van 44 Augustus 1897, uitge sloten waren, werden nochtans in ernstige overweging genomen. Het woord voerden met den voorzitter de heeren Heijlaerts, Lijdsman, Staal, Teychiné, Rombouts, Scheltus en mr. IngenHousz, welk laatstgenoemd lid het gemotiveerde voorstel deed, de adressen te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies, en dezen tevens uit te noodigen te willen overwegen, in hoever het gewenscht zoude zijn, dat door den raad op zijn besluit van 14 Augustus 1897 wierde teruggekomen. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Burgemeester en wethouders handhaafden hunne meening, dat de toestand ter plaatse, met het oog op de volksgezond heid, niet gedoogde af te wijken van het raadsbesluit van 14 Augustus 1897, welke meening omstandig werd blootge legd in hun prae-advies, dat U bereikte in uwe zitting van 13 November 1897. Aan de beraadslagingen daarover namen deel de heeren Slechtriem, mr. Bloemarts, mr. Van Dam en Scheltus, waarbij door eerstgenoemd lid (de heer Slechtriem) een conciliant voorstel werd gedaan, dat er toe leidde te beslui ten, burgemeester en wethouders uit te noodigen een nader prae-advies in te dienen. Aan die uitnoodiging gaven burgemeester en wethouders gevolg in uwe zitting van 4 December 1897, nadat van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 87