62 20 Maart 1897. X. Staangeld Aanhangig was het vorige jaar gebleven (Zie verslag 1896 kooperJ'van 125) de beslissing over het voorstel van den beer groenten, Teychiné, rakende het onderwerp i. m. genoemd, in afwach- fruit, boter ting van het ter zake gevraagde advies van de kamer van 6d 6161'gil. koophandel en fabrieken alhier. Dit advies bereikte den raad in zijne zitting van 20 Maart '1897. De kamer gaf als hare meening te kennen, dat met de verlangde heffing niet de verkoopers, maar wel de ver bruikers, zijnde de ingezetenen, zouden worden belast en dat bovendien de verkoopers, bij eene heffing van marktgeld van de bedoelde artikelen, hunne waren bij voorkeur zouden voeren naar die plaatsen, waar geen marktgeld geheven werd, zooals trouwens reeds gedeeltelijk geschiedde. De heer Teychiné kon niet inzien dat eene matige heffing van marktgeld ook van de door hem bedoelde artikelen zoude komen ten nadeele van de ingezetenen en wees op het verschijnsel dat personen, die in hoofdzaak groenten verkoopen, tevens artikelen te koop stellen, waarvoor belas ting verschuldigd is, enkel met het doel, om daardoor eene betere standplaats te bekomen. De heer Heijlaerts toonde zich gekant tegen het voorstel. Spreker betoogde o. a. dat de buitenlieden, na afloop der markt, hunne inkoopen doen in de stad en dat eene geringe belasting niet opweegt tegen de voordeelen, welke de inge zetenen van de maktbezoekers genieten. Nadat de voorzitter er op gewezen had, dat van de boterverkoopers in de boterhal waaggeld wordt geheven, waardoor reeds eenigszins wordt bijgedragen in de kosten, die de gemeente zich voor het in stand houden der boter markt moet getroosten, werd besloten het marktgeld niet uit te breiden tot groenten, fruit, boter en dergelijke arti kelen. 20 Maart 1897. Xh Gel<l- De tijdelijke leeningssom van f 93 000,waarvan sprake is leening. in ons vorig verslag, blz. 5354, werd omgewisseld in eene vaste leening, onder toevoeging van f 27 000,zijnde een ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 92