65 Regentes, treuren gehad door het onverwacht afsterven van Hare ^verH'deif ^koninklijke Hoogheid Prinses Sophie, groothertogin van van H. K. H. i> Saksen-Weimar-Eisenach, Zuster van wijlen Zijne Majes- Prinses So- )-,teit Koning Willem III. Heeft de overledene zich in haar ymieuw vaderland in de harten harer onderdanen een eere nzuil gesticht door de groote gaven des geesteswaarvan zij Mj voortduring blijk gaf, Zij was en bleef niettemin eene Nederlandsche Prinses, met innige liefde gehecht aan »Haar geboorteland. Uit toonde Zij steeds, waar het gold y>de beoefening der liefdadigheid en bovenal de bevordering wan kunsten en wetenschappen, die in Hare Koninklijke Hoogheid eene warme voorstandster vonden. »De gemeente Breda, zoo nauw verbonden aan het huis wan Oranje, deelt ten volle in dit verlies en daarom stel wik voor aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes een y>adres van rouwbeklag te richten". Dit voorstel werd door de vergadering met ingenomenheid begroet, waarna voorlezing geschiedde van een ontwerp- adres, dat zonder bedenking werd goedgekeurd. In uwe eerstvolgende vergadering (24 April) kwam een schrijven ter tafel, waarbij namens Hare Majesteit de Koningin- Regentes den raad dank werd betuigd voor de aan Hare Majesteit betoonde deelneming. 3 April 1897. XIV. Aan- In uwe zitting van 3 April '1897 kwam een adres ter vrage om tafel van den heer J. Hoefman, gepensionneerd commies der Cd"neSianlete'eSraP^'e te Breda, daarbij verzoekende hem voorloopig van een gas- concessie te verleenen tot den aanleg van een tramspoor, motortram te berijden met een gasmotortram, van het station der m naar Staatsspoorwegen af over den Stationsweg in de richting naar Terheijden. Terheijden. Besloten werd dit adres te stellen in onze handen tot onderzoek en bericht. Onmiddellijk vingen wij dit onderzoek aan, dat, doordien door verzoeker plannen moesten worden overgelegd en on zerzijds de voorwaarden in schrift moesten worden gebracht, van zelf tijd vorderde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1897 | | pagina 95