67 „perceel, het plan van bebouwing niet voldoet aan de eerste „alinea van art. 4 der verordening; 2°. „dat de breedte van den toegang, van af de openbare straat „naar de achterwoningen, voldoet aan de tweede alinea van „art. 4. „Volgens de laatste alinea van art. 4 der betrekkelijke verorde ning, kan de gemeenteraad vrijstelling van de verbodsbepalingen „van dit artikel verleenen. „Het schijnt ons toe (de omgeving van het geheel en de breedte „der openbare straten aldaar in aanmerking nemende), dat er ter- „men bestaan het verzoek van adressant in te willigen, hetgeen wij „de eer hebben bij dezen in overweging te geven." Overeenkomstig dit ons prae-advies werd door U zonder bedenking besloten. 16 Februari 1898. XIV. voorwaardeif1" ~^e ter zijde genoemde wijziging werd U voorgesteld bij ons vol- van verkoop gend schrijven van grond aan J rlen heer J. „Bij Uw besluit van den 4. December 1897 is onder daarbij ge stelde voorwaarden aan den heer J. v. W. verkocht een gedeelte „van de gedempte G-a.mpel. „De heer v. W. maakt bezwaar tegen de bepaling sub a van art. 2 „der voorwaarden, luidende als volgt „Hij verbindt zich, zoo voor zich als voor zijne rechtverkrij- „genden, tot het volgende „Op den gekochten grond nimmer woonhuizen te bouwen „noch bergplaatsen van lompen, beenderen of andere „voor de gezondheid schadelijke stoffen op te richten." „Het schijnt den heer v. W. niet onwaarschijnlijk toe, dat hij "zijn geheel fabrieksbedrijf overbrengt in het gebouw aan de straat „„de Achterom" en in dat geval komt het hem zeer gewenscht voor, „dat ook aldaar de persoon zal wonen, die met het beheer en toe dicht over de werkzaamheden belast is. „Dit nu zoude, met het oog op sub a van art. 2 der voorwaarden „van verkoop, niet wel mogelijk zijn, waarom hij verzoekt de voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 114