69 „plaats gehad, en is daartegen het hierbijgaande bezwaarschrift ingë- „komen van J. P. C. Tack, eigenaar en bewoner van het perceel N°. 3 „aan de straat „de Achterom", waarin een winkel van kruideniers waren enz. en handel in brandstoffen is gevestigd. Reclamant meent, „dat door het bebouwen van den door den heer Van Winsum in „koop aangevraagden gemeentegrond, het uitzicht van zijn huis ge^ „heel benomen wordt en de inrij in de poort aldaar zeer bemoeilijkt „wordt. „Het eerste bezwaar wordt door ons gedeeld, doch niet dat wat „betreft het inrijden in de poort. „Ter verduidelijking van een en ander wordt hierbij eene nieuwe „situatieteekening overgelegd, waarop de verschillende perceelen zijn „aangegeven. „Het komt ons voor, dat door het toestaan van het verzoek van „adressant het makkelijk verkeer op de openbare straat noch bevor derd noch geschaad wordt, terwijl ook in de toekomst eene goede „rooilijn is te verkrijgen, zoodat dienaangaande tegen den verkoop „geen bezwaar bestaat. „Het bezwaar van J. P. C. Tack is evenwel niet te ontkennen, „zooals blijkt uit de hierbijgaande situatieteekening. „Bij ons bestaat evenwel geen bezwaar aan den lieer v. W. te „verkoopen het deel, gemerkt a op de situatieteekening met eene „potloodarfure aangegeven, en wij hebben de eer U dit in overwe- „ging te geven. „De bij het adres overgelegde teekeningen van voorgevels van het „eventueel te stichten woonhuis en kantoor gaan hierbij." Na korte beraadslaging werd de beslissing aangehouden, evenals m uwe vergadering van den 27 Augustus 1898. Verder gevolg had de zaak niet, daar in uwe zitting van den 17. September 1898 een schrijven van den heer v. W. inkwam, ■waarbij hij verzocht zijne aan vrage om koop van het liierbedoelde stukje gemeentegrond als niet gedaan te willen beschouwen, wegens de vele bezwaren, welke aan de inwilliging daarvan verbonden waren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1898 | | pagina 116